Uiergezondheid

In de melkveehouderij is uiergezondheid een belangrijk aspect; een gezonde uier zorgt voor een laag tankcelgetal, veel melkplezier en een goed dierenwelzijn.
Dat uiergezondheid belangrijk is blijkt ook uit de economische schade, uit onderzoek van de GD blijkt dat men gemiddeld 65-182 euro kwijt is per geïnfecteerde koe.

Klinische versus subklinische mastitis

Mastitis is onder te verdelen in twee uitingsvormen; klinische en subklinische mastitis. Bij de eerste vorm is aan de buitenkant duidelijk te zien dat de koe lijdt aan een uierontsteking; de uier voelt hard, warm en/of is sterk gestuwd en de melk is met het oog zichtbaar afwijkend. Belangrijk hierbij is een snelle en doordachte behandeling waarbij gestreefd wordt naar klinische én bacteriologische genezing.

Bij subklinische mastitis is aan de buitenkant weinig te merken aan de koe. Kenmerkend is een suboptimale productie die invloed heeft op het tankmelkcelgetal en waarbij koppelgenoten ongemerkt besmet worden.

Mastitisverwekkers

De mastitisverwekkers zijn bacteriën die in de omgeving voorkomen of die koegebonden zijn. Omgevingsgebonden bacteriën bevinden zich vooral in de mest, het strooisel en de ligbox. Via wondjes of een onvoldoende gesloten slotgat komen deze bacteriën in het uierweefsel terecht. Bacteriën zoals S. uberis, E. coli, klebsiella en CNS zijn de voornaamste. Door middel van een barrièredip na het melken kan een soort film over het slotgat aangelegd worden dat meerdere uren houdt. Een ander hulpmiddel is om de koeien na het melken te voeren, op deze manier blijven de koeien staan tijdens het sluiten van het slotgat en is er minder kans op besmetting dan wanneer de koeien meteen gaan liggen na het melken.

Koegebonden bacteriën zitten in het uierweefsel en worden verspreidt via het melkmateriaal zoals tepeldoeken en het melkstel bijvoorbeeld. Bacteriën zoals S. agalactiae, S. dysgalactiae, S. aureus en CNS zijn de voornaamste. Hierbij is hygiëne in de melkput of van de melkrobot een belangrijk aspect om besmetting van de ene op de andere koe te voorkomen. Veelvuldig gebruik van Sterillium in de melkput en een contactdip kunnen hierbij een belangrijk hulpmiddel zijn.

Droogstand

De droogstand is een periode waarbij veel kansen liggen m.b.t. uiergezondheid. Een groot deel van de geïnfecteerde koeien geneest tijdens de droogstand, waarbij vooral de vaarzen en 2e kalfskoeien + dieren met een melkproductie van minder dan 15kg/dag goed genezen. Daarentegen zijn er ook een aantal zaken waar op gelet moet worden, aangezien er ook zeker gevallen zijn van gezonde dieren die zich tijdens de droogstand besmetten. Het infectierisico is hierbij hoger op bedrijven met een tankmelkcelgetal > 200.000 cellen/ml.

Behandelen of niet?

Tegenwoordig krijgen we meer en meer de opmerking dat een behandeling niet aanslaat, belangrijk is om te achterhalen of een koe chronisch geïnfecteerd is. Dit houdt in dat een koe meer dan 3 opeenvolgende maanden verhoogd is in haar celgetal of dat ze hervalt na een behandeling voor klinische uierontsteking. Bacteriologisch onderzoek geeft bij deze koeien bovendien ook vaak een negatieve uitslag.

Ook bij de subklinische mastitis gevallen moet men goed nadenken of een behandeling aangewezen is. Over het algemeen is het advies om de koeien te behandelen met een hoge kans op genezing, dit wil zeggen: koeien met een relatief laag celgetal, een pariteit van 1 of 2, recente infectie en 1 kwartier geïnfecteerd. Koeien met een relatief hoog celgetal, een pariteit van 3 of meer, een chronische infectie en meerdere aangetaste kwartieren hebben over het algemeen een lage kans op genezing.

Naast een behandeling kan men bij een bedrijfsprobleem met coliformen, S. aureus of CNS ook gaan kiezen voor vaccinatie.

Melkmonsters

Om een gerichte behandeling in te kunnen zetten kan u melkmonsters inleveren voor bacteriologisch onderzoek en een gevoeligheidstest. Klik hier voor meer informatie over het melkonderzoek en hoe u zelf een melkmonster kan nemen.

Disclaimer | Algemene voorwaarden 
© Dierenartsenpraktijk Beltrum